Oogonderzoeken bij (jonge) kinderen
Hoe weet u of uw kind goed ziet?
Als ouder is het niet altijd gemakkelijk om te merken dat er iets mis is met het zicht van uw kind. Kinderen geven zelden zelf aan dat ze moeite hebben met kijken — vaak merken ze het zelf niet eens op.
Daarom is het belangrijk dat er op regelmatige momenten een screening gebeurt, bijvoorbeeld via het consultatiebureau of tijdens het medisch onderzoek op school.
​
Heeft u thuis of op school toch twijfels over het gezichtsvermogen van uw kind? Dan is het aangewezen om tijdig een oogarts te raadplegen.

Het onderzoeken van kinderogen vraagt een specifieke aanpak.
(Jonge) kinderen zijn vaak moeilijker te onderzoeken, en omdat hun ogen nog sterk kunnen accommoderen(scherpstellen), kunnen afwijkingen makkelijker gemaskeerd worden. Hierdoor is het risico groter dat een oogprobleem onopgemerkt blijft.
Een degelijk onderzoek vereist dus specialisatie — en dat is precies wat onze orthoptist-optometrist biedt.
​
De orthoptist-optometrist is een expert in oogzorg die in nauwe samenwerking met de oogarts stoornissen aan het oog en het visueel systeem onderzoekt en behandelt. Denk hierbij aan scheelzien, een lui oog, dubbelzien, leesproblemen, slechtziendheid, of zelfs evenwichtsklachten.
​
Omdat kinderogen nog volop in ontwikkeling zijn, is een bril vaak tijdelijk en zijn regelmatige aanpassingen soms nodig.

De visuele ontwikkeling bij kinderen
Vanaf de geboorte ondergaat het oog een belangrijke groei en ontwikkelen de visuele functies zich stap voor stap. Om oogafwijkingen tijdig te herkennen, is het essentieel om de normale ontwikkeling van het zicht te kennen:
-
6 weken: een baby kan een object gericht fixeren.
-
2 maanden: de meeste baby’s maken vloeiende volgbewegingen.
-
3 à 4 maanden: de baby kan scherpstellen van dichtbij (accommoderen) en beide ogen naar binnen richten (convergeren).
-
5 maanden tot 3 jaar: ontwikkeling van het dieptezicht.
-
4 jaar: het kind kan kleuren onderscheiden.
-
6 jaar: het contrastzicht is volledig ontwikkeld.
-
7 jaar: het scherp zien (visus) bereikt meestal het niveau van een volwassene (1.0).​
Tijdens deze visuele ontwikkeling is het belangrijk dat beide ogen afzonderlijk goed functioneren én dat ze leren samenwerken. Dit wordt binoculair zien genoemd, en het kent drie ontwikkelingsstadia:
-
Gelijktijdige perceptie – beide ogen nemen tegelijkertijd een beeld waar.
-
Fusie – de twee beelden worden in de hersenen samengevoegd tot één.
-
Dieptezicht (stereozien) – de hersenen creëren een driedimensionaal beeld.
Wat kan het zicht bij kinderen verstoren?
De meest voorkomende oorzaken van verminderde visus bij kinderen zijn:
-
Refractieafwijkingen (zoals bijziendheid of verziendheid)
-
Amblyopie (lui oog)
-
Strabismus (scheelzien)​
​