CATARACT of STAAR
Cataract of staar is een vertroebeling van de ooglens die een vermindering van de gezichtsscherpte veroorzaakt. Het is een normaal verouderingsproces. Soms wordt dit proces versneld door suikerziekte, het gebruik van cortisonepreparaten, trauma ter hoogte van het oog en bepaalde oogziektes.
​
SYMPTOMEN
Mogelijke klachten:
-
daling van het zicht
-
onscherp zien
-
minder contrast
-
kleuren lijken fletser
-
meer last van verblinding
-
meer last in het donker
-
Dubbelbeeld of schaduwbeeld
BEHANDELING
Deze klachten zijn onomkeerbaar en geleidelijk progressief. Het zicht kan niet verbeterd worden met een bril. De enige behandeling is een chirurgische ingreep waarbij de troebele lens wordt weggehaald en vervangen door een implantlens. Een cataractingreep is een veilige routine-ingreep. Deze pijnloze behandeling gebeurt onder lokale verdoving in dagopname.
De ingreep kan op een conventionele manier gebeuren of lasergestuurd.
​
Met de nieuwste lasergestuurde cataractchirurgie worden een aantal handelingen, die bij de conventionele ingreep handmatig gebeuren, door een lasertoestel uitgevoerd waardoor de ingreep preciezer, efficiënter en sneller verloopt.
Na de behandeling wordt in beide gevallen de troebele lens opgezogen door middel van een phaco-emulsificatietoestel waarna ze vervangen wordt door een heldere kunstmatige implantlens.
Er bestaan meerdere soorten implantlenzen om het zicht te verbeteren.
-
Met een monofocale implantlens wordt het zien op één afstand scherp gezet.
Meestal wordt het ver zicht gecorrigeerd waardoor er op een intermedaire afstand (1 à 1,5 m) of nabij (40 cm) toch nog een bril nodig is.
Andere mogelijkheid is het zicht nabij scherp maken zonder bril en het dragen van een vertebril.
- Met een intermediaire implantlens zult u zonder bril ver en intermediair kunnen kijken (bv. naar het dashboard, uw computer, tijdens het koken). Enkel voor het lezen zult u nog een bril nodig hebben.
-
Met een multifocale implantlens wordt het zicht ver, intermediair en nabij gecorrigeerd, net als bij een multifocale bril, doch zonder bril weliswaar. Deze implantlens kan enkel worden geplaatst indien de ogen gezond zijn.
​
Implantlenzen die meerdere afstanden corrigeren hebben ook nadelen:
-
in het donker zal de scherpte wat afnemen ten opzichte van overdag.
-
’s Avonds kan men halo’s (lichtkrans rond een lamp) ervaren. Meestal verdwijnen deze na een tijdje.
​
Indien het hoornvlies niet rond is maar uitgesproken ovaal wordt gekozen voor een torische implantlens.
Er bestaan torische monofocale, torische intermediaire en torische multifocale implantlenzen.
De keuze van de sterkte van de kunstlens gebeurt op basis van uitgebreide berekeningen. Doch is het onmogelijk om 100% zekerheid te bieden over het resultaat. Indien de uiteindelijke sterkte te veel zou afwijken kan een aanvullende laserbehandeling nodig zijn.
Het is mogelijk dat tijdens de ingreep ten gevolge van een complicatie toch geen multifocale implantlens geplaatst kan worden. In dat geval wordt een monofocale kunstlens geïmplanteerd.
Nabehandeling bestaat uit oogdruppels gedurende 4 weken: Tobradex en Indocollyre.
De eerste drie nachten draagt men een doorzichtige oogschelp op het oog te beschermen.
Op de dag van de operatie is het zicht beperkt doordat de pupil wordt verwijd voor de ingreep. Geleidelijk aan zal het zicht snel verbeteren. Na ongeveer een maand is het definitieve resultaat bereikt.
​
De kunstlens dient normaal gezien nooit te worden vervangen. Na verloop van maanden of jaren kan secundair cataract of nastaar ontstaan. Hierbij is het lenskapsel waarin de kunstlens zit troebel geworden. Nastaar wordt behandeld met een lasersessie tijdens een consultatie.
​
Mogelijke verwikkelingen
Belangrijke verwikkelingen zijn zeer zeldzaam. Zij kunnen een nieuwe ingreep noodzakelijk maken, maar leiden slechts zeer uitzonderlijk tot verlies van het zicht.
De ernstigste postoperatieve complicatie is een infectie. Die uit zich in een duidelijke virusdaling in een pijnlijk, rood oog. Een infectie dient tijdig herkend en behandeld te worden. Meerdere postoperatieve controles worden ingepland om de nodige maatregelen te treffen indien er uitzonderlijk een infectie zou optreden.
Soms is de oogdruk de dag van de ingreep verhoogd waardoor u wat pijn kunt ervaren. De eerste dagen (soms weken) na de ingreep kan het zicht wazig zijn of kunt u irritatie ondervinden door een tijdelijk hoornvliesprobleem.