FLOATERS en NETVLIESLOSLATING
Op jonge leeftijd is het glasvocht in de oogbol volkomen transparant.
In de loop der jaren verandert het glasvocht van structuur. In de heldere glasachtige gelei ontstaan er gaten en verdichtingen waardoor er zwevende klonters ontstaan. Die troebelingen werpen schaduwen op het netvlies en verschijnen als vlekken of draadjes die gewoonlijk "floaters" worden genoemd.
Het glasvocht krimpt ook en trekt zich geleidelijk terug van het netvlies. Op een bepaald moment laat het glasvocht helemaal los van het netvlies (retina). Dit proces heet glasvochtloslating en is een natuurlijk ouderdomsproces dat in de meeste gevallen ongecompliceerd verloopt.
Door het loslaten van het glasvocht kunnen er scheurtjes in het netvlies en bloedingen in het oog ontstaan. Door zo’n scheurtje kan vocht onder het netvlies komen, waardoor de kans op een netvliesloslating groot wordt. Een loslatend netvlies kan ook optreden bij een netvlies met zwakke plekken of ten gevolge van een trauma. In geval van een netvliesloslating ontstaat er een gezichtsvelduitval. Aanvankelijk is er een zwarte vlek zichtbaar in een ooghoek, die geleidelijk aan uitbreidt.
​
Wanneer het loslaten van het netvlies niet wordt behandeld, kan dit leiden tot blindheid of slechtziendheid.
Bij het zien van lichtflitsen of een grote hoeveelheid zwarte stippen, al of niet in combinatie met een visusdaling, is een controle bijgevolg dringend noodzakelijk.
​
BEHANDELING
De behandeling is dringend, omdat de loslating verder zal uitbreiden waardoor het centrale gezichtsveld ter hoogte van de macula bedreigd wordt. In geval van een netvliesloslating is chirurgie noodzakelijk.
​
Een netvliesloslating kan op iedere leeftijd optreden, maar bij ouderen is het risico groter. Bijzienden (met sterkte van -6 dioptrie of hoger) en mensen met een familiale voorgeschiedenis van netvliesloslating lopen meer risico op een netvliesloslating.
​
​
​